Is het gezegde “De besten te midden van jullie jongeren zijn degenen die lijken op de bejaarden en de slechtsten te midden van jullie bejaarden zijn degenen die lijken op jullie jongeren!” een overlevering van profeet Muhammed (saw) en wat wordt ermee bedoeld?


Het gezegde:

“De besten te midden van jullie jongeren zijn degenen die lijken op de bejaarden en de slechtsten te midden van jullie bejaarden zijn degenen die lijken op jullie jongeren!”[1]

In betrouwbare islamitische boeken wordt het als hadis benoemd. Wat ermee wordt bedoeld is dat de beste te midden van de jongeren degenen zijn die als een bejaarde aan de dood denken en voor hun hiernamaals werken, die zich niet door de plezier en het genot van de jeugd gevangen laten nemen en zich niet door godvergetelheid laten verstikken. En de slechtste te midden van de bejaarden zijn degenen die in godvergetelheid, plezier en genot de jongeren trachten na te bootsen en zich als een kind onderwerpen aan de begeertes van hun nefs.

Van de volgende spreuken van verschillende islamitische geleerden kunnen wijze lessen uitgetrokken worden:

Indien jij voor jezelf een vriend wenst, dan is Allah toereikend.
Wanneer Hij jouw vriend is, is al het geschapene jouw vriend.
Indien jij voor jezelf een metgezel wenst, dan is de Kuran toereikend.
Daadwerkelijk ontmoet men daarin de boodschappers van Allah en de engelen door middel van het eigen voorstellingsvermogen, beschouwt men hun wederwaardigheden en maakt men zich met hen vertrouwd.
Indien jij voor jezelf rijkdom wenst, dan is tevredenheid toereikend.
Degene die een tevreden houding aanneemt, zal dientengevolge bezuinigen, en wie bezuinigt, zal beraket ontvangen.
Indien jij een vijand zoekt, dan is de nefs toereikend.
Daadwerkelijk, degene die aan hoogmoedigheid lijdt, wordt door lasten beproefd en door onheil geplaagd. Degene die niet hoogmoedig is, vindt vreugde en geluk en ontvangt de barmhartigheid van Allah.
Indien jij raad vraagt, dan is de dood toereikend.
In feite wordt degene die over de dood nadenkt, bevrijdt van wereldliefde en werkt hij in alle ernst en toewijding aan het hiernamaals.

Footnotes

  1. ^ Zie İmam Ghazali, Ihya-u Ulumiddin 1:142; el-Munawi, Feyzul-Kadir 3:487

Gerelateerde vragen